Voldoen aan de RVB BIM Norm

In mijn vorige blog legde ik uit hoe je IfcZones kunt exporteren vanuit Revit. In dit blog ga ik je vertellen hoe je ervoor kunt zorgen dat deze naamgeving ook voldoet aan de eisen van het Rijksvastgoedbedrijf.

In chronologische volgorde vraagt de RVB BIM Norm (RBN) om de onderstaande zones.

Gebruiksfunctie

De eerste zone die wordt gevraagd is de gebruiksfunctie. In de geëxporteerde parameters dien je de onderstaande eisen in te vullen. Voor de gebruikersfunctie gebruik je de parameters ZoneName en ZoneObjectType.

In de vorige keer geëxporteerde parameters moeten wij onderstaande eisen invullen. Voor de gebruiksfunctie gebruik je ZoneName en ZoneObjectType.

• Bouwbesluit gebruiksfunctie:
  • Name: gebruiksfunctie volgens vigerend bouwbesluit.
  • Notatie: GF_.

waarbij,

• : code1 uit vaste keuzelijst is bijlage 4.1.2.
• : code2 uit vaste keuzelijst in bijlage 4.1.2.

• ObjectType: waarde = “gebruiksfunctie”

Je start dus met de code GF gevolgd door twee codes. Code1 en Code2 komen uit een keuzelijst in de bijlage. In deze bijlage (zoals hieronder afgebeeld) zie je dat code1 staat voor de gebruiksfunctie en code2 voor de subgebruiksfunctie.

Je wilt de gebruiker natuurlijk zo min mogelijk last bezorgen. Daarom wil je dus niet dat ze dit soort codes steeds op moeten zoeken. Hiervoor maak je in Revit een Keyschedule aan. Je zet deze schedule zo op dat de keywaarde de gebruiksfunctie is die aan de ruimte wordt gehangen. Afhankelijk van je code komen code1 en code2 hier als één gecombineerde waarde uit.

Daarnaast vul je ook de ZoneObjectType in op basis van de gekozen gebruiksfunctie.

Wanneer een gebruiker na het maken van deze Keyschedule zijn project gaat vullen ziet zijn roominformatie er als volgt uit:

Bij de parameter ‘Gebruiksfunctie’ kun je de gewenste gebruiksfunctie selecteren. De parameters GF_code01 en ZoneObjectType worden dan automatisch ingevuld.
De RBN vraagt namelijk nog meer informatie in de code van de ZoneName. Zo willen zij weten of een ruimte een gezamenlijke, gemeenschappelijke of nevengebruiksfunctie heeft.
Deze drie parameters voegen wij als True/False parameter toe aan de category rooms.

De aangemaakte parameters leveren uiteindelijk het volgende resultaat op zodra je ze in een schedule plaatst.

De oranje velden zijn keuzevelden die de gebruiker dient in te vullen. De rode velden worden automatisch gegenereerd vanuit de gemaakte Keyschedule. Het groene veld dient door de gebruiker ingevuld te worden.

Het handmatig invullen is een tijdrovende klus en eigenlijk niet meer dan gegenereerde vinkjes en codes achter elkaar plaatsen met een eventueel volgnummer. Met een Dynamo script zou je dit gemakkelijk kunnen automatiseren

Herhaal de bovenstaande stappen nog een keer met de waardes ZoneName2 en ZoneObjectType2. Dit omdat ruimtes twee verschillende gebruiksfuncties kunnen hebben.

Volgende Zones

De RBN vraagt meerdere zoneomschrijvingen op aan zijn toeleveranciers. Voor deze verschillende vragen hebben wij altijd dezelfde werkmethode als hierboven aangehouden. Met het verschil dat er soms een volgnummer gevraagd wordt. Hier zal de gebruiker zelf een logische codering voor moeten bedenken en zal daarom wat lastiger te scripten zijn.

Eén van de opgevraagde zones heeft echter een iets andere werkmethodiek. Dit is de brandcompartimentering. Hier kan de informatie namelijk niet aan de ruimte gehangen worden. Om dit te verhelpen is ervoor gekozen om de brandcompartimentering te doen via de Area’s.

De uiteindelijke IfcZones die uit de template komen zijn als volgt.

Tot slot

Wil je meer informatie over hoe je je eigen bedrijfstemplate ook aan deze standaard kan laten voldoen, of onze template willen ontvangen? Neem dan contact met mij of mijn collega’s op in de reacties of via ons contactformulier.